Kasteelbezoek
Iedereen kent wel iemand in zijn omgeving die vroeger “gaan dienen” is bij een rijke, al dan niet adellijke familie. Wie graag deze sfeer wil opsnuiven wordt Post Factum verwacht in het kasteel van Louvignies bij barones Florence de Moreau de Villegas de St-Pierre om er het verhaal te horen van het dagelijks leven in een huishouden tijdens de Belle Epoque. Van de strijkkamer met zijn strijkijzer en zijn houten kalender tot de keuken met zijn koperen pannenset, alles bleef daar op zijn plaats. Alles ademt er nog altijd de geur van het verleden uit. Dit jaar loopt er tijdelijk ook een tentoonstelling met als intrigerende titel “Froufrous et dentelles, Histoire de la femme, à travers sa lingerie, de la Belle-Epoque aux années 1980 ! ” waarbij de geschiedenis van de vrouw aan de hand van 100 jaar lingerie belicht wordt. De meeste stukken komen uit de kasten van het kasteel, een beperkt aantal stukken zijn bruiklenen.
Het kasteeldomein
Het kasteel van Louvignies zou zijn oorsprong te danken hebben aan een toren die in de 8ste eeuw op die plaats werd gebouwd, de “tour des Sarrasins”. Die toren zou gediend hebben om het verkeer op de Chaussée Brunehault, die het Noord-Franse Bavay met Utrecht verbindt in de gaten te houden. Op een niet nader te bepalen tijdstip moet er dan op die donjon een kasteel zijn geënt. In de 18de eeuw was het kasteel in handen van de familie De Peralta. Dom Rodrigo de Peralta (1669 -1730) was een Spaanse militair die in dienst van de Spaanse vorsten gouverneur in Charleroi werd. Hij stond bekend als ‘Illustre seigneur, chevalier de l’Ordre de Calatiana, Gentilhomme de la chambre de son Altesse Electoral Duc de Bourgognes, General en ses troupes, Seigneur de Louvignies’. Hij huwde met Isabelle de ‘Cassina, née Comtesse de Wonseihen et Bavenne’. Via huwelijken kwam het domein uiteindelijk in de familie de Villegas terecht. Marie de Peralta y Cascales (1770-1802) dochter van graaf Philippe de Peralta, heer van Louvignies, huwde met Balthazar Joseph Charles Ghislain de Villegas (1755-1835).
Familiefoto van het gezin de Villegas de Saint-Pierre
Het kasteel in neorenaissancestijl kreeg zijn definitieve uitzicht in 1875 onder impuls van graaf Léon de Villegas de Saint-Pierre (1840 – 1917) en zijn echtgenote Ferdinande de Maillen (1845-1928). Het gebouw is een ontwerp van architect Désiré Limbourg. Léon de Villegas de Saint-Pierre, die na een carrière in de diplomatie burgemeester werd van deze gemeente, begon in 1870 aan een lange periode van aanpassingen en renovaties die duurden tot 1885. De werkzaamheden bleven niet beperkt tot het kasteel zelf, dat overigens mooi werd gerestaureerd rond de oude verdedigingstoren, maar strekten zich ook uit tot het park en de tuinen. Het kasteel is immers omringd door een prachtig park van 14 hectare in Engelse stijl, ontworpen door Louis Fuchs, een landschapsarchitect die toen veel gevraagd werd en die er een bos met zeshonderd bomen heeft aangelegd met hieronder enkele exclusieve exemplaren. Uit die periode dateren ook de kapel, de vleugel met stallen met dubbele boxen voor de paarden van de gasten, en de ijskelder. Het kasteel telt 60 kamers en herbergt een schat aan familieportretten, kunstwerken, meubelen en rariteiten uit de 19de eeuw.
Gravin Albertine de Villegas de Saint-Pierre (1880-1971), de laatste afstammeling van het geslacht de Villegas de Saint-Pierre, had geen kinderen. Daarom adopteerde zij een familielid, haar kozijn Jean-Marie de Villagas de Moreau (1930 – 2016) en liet hem bij haar dood in 1971 het kasteel na. Nu is het zijn dochter Florence die het domein onder haar hoede heeft en ieder jaar een aantal evenementen organiseert. In 2023 is het thema de geschiedenis van de vrouw vanaf de Belle Epoque tot 1980 aan de hand van haar lingerie.
Geschiedenis van de lingerie van 1880 tot 1980
Zoals de geschiedenis wordt ingedeeld naar tijdvakken en periodes die toonaangevend waren is dat ook zo voor modetrends. Mode staat niet op zichzelf maar is nauw verbonden met historische gebeurtenissen, godsdienst, omgangsvormen, kunst en cultuur. Mode is afhankelijk van plaats, tijd, gender en sociale klasse. Ook het ondergoed. In de verschillende kamers van het kasteel wordt aan de hand van unieke stukken een overzicht gegeven van de lingerie die gedurende een eeuw werd gedragen.
Belle époque (1880-1914)
Rond 1880 is al iets te bespeuren van vrouwenemancipatie maar de vrouw wordt nog enorm in haar bewegingsvrijheid beperkt. Het strenge en strakke kostuum geeft de vrouw iets onaantastbaars. Tussen 1880 en 1890 gaat het economisch ook niet zo goed waardoor men goedkopere stoffen gaat gebruiken. Deze periode is dan ook de tijd dat het korset de buik en borsten goed insnoerde. Het S-vormige silhouet accentueerde daarbij de boezem. Rond 1890 was de taille op zijn smalst ingesnoerd: rond de 40 cm. Dat gaf soms gezondheidsklachten. Maar men had toen ook onderbroeken die leken op grote tenten.
Eind 19de – begin 20ste eeuw ontstond er een hervormingsbeweging. Vooruitstrevende vrouwen riepen op om het korset en alle belemmerende kleding te verbranden en eisten zo ook voor meer vrijheid en rechten voor de vrouw in de maatschappij. En zo ontstonden de gezondheidskorsetten. Zij waren ondersteunend maar volgden wel de natuurlijke bouw van de vrouw.
Jurk in reformstijl, zonder korset (1911)
Het zijn onbezorgde jaren en er heerst een zonnig optimisme, er is weelde en een zekere vorm van decadentie. Rijke mensen verdienen zeer veel in korte tijd door de industriële revolutie en trekken zich terug op het platteland voor weelderige feesten en exclusieve diners. Een societydame wordt geacht zich meerdere malen per dag te verkleden, van sobere rijkledij of wandeljurk tot indrukwekkende avondkledij. In deze tijd worden vele modehuizen in Parijs gesticht.
Rijke vrouwen droegen verschillende lagen onderkleding en hadden een huismeid nodig bij het aankleden. Dit was de ‘femme de chambre’. Zij was dikwijls te vinden in de buurt van de slaapkamers en de linnenkamer die ook lingerie werd genoemd. Vooral de fijne spullen van mevrouw behoorden tot haar exclusieve domein. In grote huishoudens werd ze hiervoor bijgestaan door een ‘lingère’.
Dit modebeeld verdween bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog toen de vrouwen mannenwerk moesten beginnen verrichten omdat de mannen naar het front waren. De mode veranderde op vlak van ontwerp, stoffen en productie. Veel ontwerpers integreerden militaire invloeden in hun dagelijkse kledij: kakikleurige jasjes met zakken, stijlvolle trenchcoats van Burberry, etc. Donkere kleding weerspiegelde de sobere tijdsgeest. De actievere rol van de vrouw zorgde er voor dat kleding meer praktisch werd zoals mantelpakjes en er werden zelfs lange broeken gedragen.
Het korset verdween en werd vervangen door de BH en het corselet met sluitende onderbroeken. De BH en het corselet werden ontworpen door de Française Herminie Cadolle (1845-1926). In 1907 werd voor het eerst een BH getoond in het Amerikaanse blad Vogue.
De zotte jaren (1920-1930)
Na de oorlog was er een tendens om de vrouwen terug te sturen naar de haard maar dat mislukte. Vrouwen gingen roken als mannen, gingen zich epileren, er werd gedanst op jazzmuziek, en de lingerie evolueerde mee. De lijnen vereenvoudigden, met nadruk op kwaliteitsvolle pret-à-porter en sportkleding. Er ontstaan twee trends: traditioneel, romantisch en vrouwelijk (Lanvin, Paquin, Doucet) versus moderne garçonnelook (Chanel). Deze jongensachtige stijl vereiste een lang en slank silhouet. Slechts weinig vrouwen konden aan die smalle lijnen voldoen.
In de jaren twintig kwamen er andere stoffen op de markt, waardoor er veel meer mogelijkheden ontstonden voor de vorm van lingerie. De vorm werd lichter en comfortabeler waardoor men zich vrijer kon bewegen.
Na de ineenstorting van Wall Street in 1929 en de daaropvolgende economische depressie, komt er een terugkeer naar traditionele waarden. De natuurlijke lichaamsvormen worden weer geaccentueerd en de vrouwelijke lijn wordt netjes, elegant, lang en relatief ingewikkeld. De ontwerpers moesten op zoek naar minder arbeidsintensieve en goedkopere technieken. Lineaire ontwerpen veranderden in zachtere, gesculpteerde modes die de vrouwelijke vormen benadrukten. De boezem werd niet langer platgedrukt en een riem benadrukte de taille.
Maternity girdle, by Spirella, 1933
Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog (1940-1959)
De Tweede Wereldoorlog kende een grote verandering in het modebeeld en dit had verschillende oorzaken. Allereerst ontstaat er al direct na de bezetting door nazi-Duitsland in 1940 een groot tekort aan textiel. Importeren van katoen, wol en zijde is niet meer mogelijk en door de jaren heen sluiten veel textielfabrieken. Ook moet een deel van de productie naar Duitsland. Schaarste dus. Op een bepaald moment gaat kleding op de bon. Vrouwen begonnen dan maar kleding te vermaken of gebruikten bijvoorbeeld parachutestof voor doop-en trouwkleren. Kousen waren niet meer te verkrijgen. In de zomer zijn de vrouwenbenen zelfs bloot. Vrouwen die toch kousen willen dragen, gebruiken ‘beenbruin’ waardoor ze optisch kousen lijken aan te hebben. Op het vlak van lingerie moet alles soepeler want de vrouwen die weer mannentaken opnamen moesten vrijer kunnen bewegen.
Beeld uit een modetijdschrift van toen: kleding om naar de fabriek te gaan werken of op de boerderij of om thuis te dragen.
Na de Tweede Wereldoorlog is er als reactie op alle ellende een behoefte aan luxe. De haute couture begint in Parijs. In de jaren vijftig neemt de welvaart toe en wordt de maatschappij materialistisch en traditioneel: mannen werken en vrouwen behoren de perfecte huisvrouw te zijn, met het bijbehorende uiterlijk. In de jaren vijftig werd het taboe over lingerie definitief doorbroken. Lingerie werd gedragen, maar er werd zeker niet over gesproken. De jeugd is de oorlog en de bezuinigingen zat. Ze willen frivolere kleding en zo evolueerde ook de lingerie. De modekoningen maken hier gretig gebruik van. Filmsterren en fotomodellen worden de trendsetters. Het is de tijd van Brigitte Bardot, Audry Hepburn en natuurlijk Marilyn Monroe boegbeelden van erotische uitstraling. De meisjes dragen petticoats met strakke truitjes. Het is de tijd van de puntbeha, hotpants, step-ins, baby dolls en mooie kanten slips. Alles krijgt een vrolijker meisjesuiterlijk. Kwastjes, strikjes, lovertjes, alles kan om lingerie mooier te maken.
De (r)evolutie (1960-1980)
In de jaren zestig groeit de eerste naoorlogse generatie op. De jeugd heeft meer te besteden en behoefte aan verandering. Men wil vooral jong, dun, opwindend en provocerend zijn. Mary Quant introduceert de minirok. Eind jaren zestig ontstaat de hippiecultuur of flowerpowerbeweging, In mei ’68 riep de halve wereld om meer sociale vrijheden, en verbrandden vrouwen beha’s. Een eerste bevrijding van de borst werd ingezet, lingerie paste zich aan – als die er al was – door licht en vooral niet beklemmend te zijn. Begin jaren zeventig verschijnt de midi-, en maximode, overgooier, tuinbroeken, en gebreide kleding. Broeken hebben vaak wijde pijpen. In de loop van de jaren zeventig raakte de klassieke lingerie met toeters, bellen en jarretellen weer in zwang, niet in het minst dankzij de film Emmanuelle met Sylvia Kristel in de hoofdrol.
Wie graag een beeld krijgt van 100 jaar lingerie aan de hand van de elegante ensembles die gedragen werden door de demi-mondaines van de Belle Epoque, de satijnen korsetten met borduurwerk, ritselende onderrokken en glanzend zijden kousen, de typerende borst verkleinende bovenstukken van de Charleston-dansers uit de Roaring Twenties of het beroemde balconnet-model uit de Emmanuelle-collectie en dit in een prachtig Downtown Abbey decor kan dit bezoek met Post Factum aan Louvignies niet missen.
Carine De Vos