De diefstal van en de zoektocht naar het paneel ‘De Rechtvaardige Rechters’

De diefstal

In de nacht van 10 april 1934 werden twee panelen gestolen van het beroemde retabel ‘De aanbidding van het Lam Gods’: het paneel van de Rechtvaardige Rechters en het paneel van Sint-Jan de Doper.

Het was een kerkbediende die ’s morgens op 11 april de diefstal in de Vijdkapel vaststelde.  Hij was verontrust nadat hij bij het openen van de kerk de rechter zijdeur van de kerk (als je kijkt naar het hoofdportaal, de zijdeur rechts) op een kier vond. Zijn collega beweerde dat hij die deur ’s avonds goed had gesloten. Het was een deur die je van binnen kon openen door de grendels los te maken en door de tong van het slot even naar achter te duwen. Doch daarna sprong de tong van het slot terug zodat je bij het verlaten van de kerk de deur niet kon dicht trekken.

De gerechtelijke politie kwam ter plaatse en stelde zes inkepingen aan de lijst vast. Vingerafdrukken werden niet gevonden. Het bleek dat het vrij gemakkelijk was om via de spijlen het slot van de Vijdkapel te openen. Na ondervraging van de kerkbedienden kwam de politie al snel tot de conclusie dat de dief zich wellicht in de late namiddag van 10 april in de kerk verborgen had. Na het sluiten van de kerk heeft hij dan ’s avonds of ’s nachts de diefstal gepleegd.

De ‘Rechtvaardige Rechters’ –  of eigenlijk de ‘Rechtvaardige Bestuurders’ – is een eiken-houten paneel (geen doek) van 1,49 m op 55 cm. Als gevolg van de parketage die werd aangebracht is het paneel ongeveer 2,5 à 3 cm dik. De afbeelding links stelt een kopie voor van de hand van Jan van der Veken uit 1939. (artinflanders.be)

Toen de diefstal de volgende dag werd ontdekt stond het bisdom en de hele stad op haar kop. Aangezien de vele tips tot niets leidden keek de politie uit naar het moment dat de dief zelf contact zou opnemen. En dergelijk meesterwerk was immers niet te verkopen in de kunstwereld, zeker nadat het ook geseind was door Scotland Yard.  Het was dagen wachten tot…

De afpersing tussen 1 mei en 1 oktober 1934 

Op 1 mei kwam de eerste van de 13 afpersingsbrieven toe op het bisdom van Gent. De brief was in het Frans en getekend met D.U.A. De afperser – al dan niet de dief – vroeg 1 miljoen Belgische frank voor het paneel van de Rechtvaardige Rechters, de stopzetting van de opsporingen én de garantie dat de zaak geseponeerd zou worden. Indien het bisdom met deze voorwaarden akkoord ging, was hij van zijn kant bereid om het andere paneel van Sint-Jan de Doper aan terug te geven. Het bisdom hoefde enkel via de rubriek aankondigingen in La Dernière Heure haar akkoord te geven. De eerste reactie van het bisdom was dat de gevraagde som overdreven was. Eigenlijk was dit ook het standpunt van de gerechtelijke politie die het dossier had overgenomen, maar dat wist vermoedelijk de afperser niet. Toen deze er mee dreigde om afgesneden stukken van het paneel van Sint-Jan de Doper op te sturen indien niet voldaan werd aan zijn eisen, gaf het bisdom toe.

Na publicatie van het akkoord in La Dernière Heure, bezorgde D.U.A. een brief met daarin een depotbiljet van het Noordstation in Brussel. Daar haalde de gerechtelijke politie na afgifte van het biljet een pakket op waarin inderdaad het paneel van Sint-Jan de Doper zat. Daarna volgde nog een brief toe van de afperser met een afgescheurd krantenartikel én met het verzoek om de gevraagde 1 miljoen fr. te bezorgen bij pastoor Meulepas in de Sint-Laurentiusparochie te Antwerpen. Het geld moest afgegeven worden aan de persoon die zou aanbellen en legitimeren met de andere helft van het afgescheurd krantenartikel. De afperser zou nadien de plaats meedelen waar het paneel van de Rechtvaardige Rechters kon gevonden worden. Op donderdag 14 juni vond voormelde transactie plaats bij pastoor Meulepas, maar in plaats van 1 miljoen fr. werd slechts 25.000 fr. afgegeven. Bij het geld voegde het bisdom een brief dat ze na ontvangst en controle van het paneel 225.000 fr. zou overmaken.  De afperser was woedend omdat het bisdom de voorwaarden van onderhandeling had gewijzigd. Op 5 juli milderde de man zijn voorwaarden en was hij bereid de plaats van het paneel mede te delen na onmiddellijke ontvangst van 500.000 fr. en een nabetaling van 400.000 fr. een jaar na deze transactie.  Het bisdom (de gerechtelijke politie) bleef evenwel bij haar voorstel dat ze had gedaan bij de brief die overhandigd werd met de 25.000 fr.  De patstelling was een feit. Op 1 oktober ontving het bisdom de 13de en laatste afpersingsbrief waarin de afperser zei zijn verschrikkelijk geheim mee te nemen. De onderhandeling was zo goed als volledig mislukt. Enkel het paneel van Sint-Jan de Doper was terecht. De gerechtelijke politie had evenwel het paneel van de Rechtvaardige Rechters niet terug en kende de afperser/dief niet. En toen bleef het stil tot…

Arsène Goedertier (1876-1934) (bron: http://judges.mysticlamb.net/facts.html)

25 november 1934

In het Heilige-Maagdcollege in Dendermonde werd een politieke vergadering georganiseerd van de Katholieke Unie. Een van de sprekers was Arsène Goedertier, een wisselagent uit Wetteren, die tijdens de vergadering onwel werd en bij zijn schoonbroer juwelier Vanden Durpel in Dendermonde op de Vlasmarkt werd gebracht. De toestand van Arsène Goedertier was zeer zorgwekkend. Advocaat Georges De Vos, die ook op die politieke meeting aanwezig was, kwam kijken hoe het met Arsène was. Arsène vroeg om Georges De Vos even apart te mogen spreken. Volgens de versie van de advocaat zei Goedertier: ‘ik alleen weet waar het Lam Gods is, het dossier van heel die zaak zult gij vinden in mijn klein bureel in de schuif rechts van de schrijftafel in een omslag Mutualité’. En toen kreeg Arsène Goedertier een acute hartaanval en gaf de geest…  

De vondst in het huis van Arsène Goedertier

Het lijk werd diezelfde dag nog overgebracht naar zijn woonhuis in Wetteren. Advocaat Georges De Vos zou diezelfde dag ook nog aan Julienne Minne, de echtgenote van Arsène Goedertier, vaag iets gezegd hebben over de laatste woorden van haar man in verband met het Lam Gods. Arsène Goedertier kreeg op 29 november een kerkdienst in de Sint-Gertrudiskerk, dit onder massale belangstelling omwille van zijn inzet in het sociale en politieke leven van Wetteren. De dag na de begrafenis ging advocaat Georges De Vos naar de weduwe van Arsène Goedertier en daar kreeg ze in detail de laatste woorden van haar man te horen. Ze vonden in zijn bureau de doorslagen van de 13 afpersingsbrieven. Tevens vonden ze een 14de handgeschreven afpersingsbrief (die wellicht nog getypt zou worden en later verstuurd zou worden). Ze vonden in zijn jas een groene envelop van het type waarmee de afpersingsbrieven verstuurd werden, evenals een depotbiljet van het Sint-Pietersstation. Advocaat Georges De Vos nam de gevonden brieven en het depotbiljet mee naar zijn huis in Dendermonde.

Het geheim onderzoek van Van Ginderachter

De dag nadien ging De Vos met de documenten naar zijn vriend Joseph Van Ginderachter, de voorzitter van de Rechtbank van Dendermonde.  Van Ginderachter trok op zijn beurt naar de hoogste magistraten van Gent en die beslisten om een geheim onderzoek in te stellen. Waarom dit geheim onderzoek? In de hoop om met de eer van de vondst van het paneel te gaan lopen? Om te vermijden dat de katholieke partij in een slecht daglicht kwam? We weten het niet.

Mevrouw Minne werd verhoord en het huis van Arsène Goedertier werd onderzocht. Men vond onder andere een notitieboekje, vier schetsen, een document van de Nationale Bank, twee sleutels, de envelop met vermelding ‘Mutualité’, de brief die bij het losgeld was gevoegd, een stadsplan van Antwerpen,… maar geen paneel van de Rechtvaardige Rechters. Ook werd er gezocht in de tekenacademie in Wetteren waar Goedertier les gaf, en in de Sint-Gertrudiskerk waar hij nog koster was geweest. Eén van de gevonden sleutels bleek te passen op het doksaal. Op 11 december heeft commissaris Luysterborgh, die toen nog niet op de hoogte was van de gebeurtenissen in verband met de vondst bij Arsène Goedertier, in opdracht van procureur De Heem in het station Gent-Sint-Pieters met het depotbiljet gekeken wat er gedeponeerd was. Uiteindelijk bleek het een schrijfmachine Royal te zijn waarmee – zoals later zou blijken – de afpersingsbrieven werden getypt. Die dag werd Luysterborgh door de procureur De Heem op de hoogte gebracht dat de typmachine in verband stond met de diefstal van het paneel van de Rechtvaardige Rechters, zonder evenwel iets te zeggen over de vondsten bij Arsène Goedertier en diens overlijden. Uit onderzoek bleek dat de typmachine verhuurd was door het huis Henri Ureel in Gent aan een zekere Van Damme. Later zou blijken dat Goedertier de huurder was met een identiteitskaart op naam van Van Damme. Aangezien het geheime onderzoek van Ginderachter niet geleid had tot de vondst van het paneel vernam commissaris Luysterborgh pas op 27 december de vaststellingen in het huis bij de overleden Arsène Goedertier. En toen startte…

Het officiële onderzoek Luysterborgh

De verhoren en de onderzoekdaden die tijdens het geheim onderzoek al gebeurden, voltrokken zich nu officieel. De safe (er werd een ontvangstbewijs van betaling bij Arsène Goedertier in zijn huis gevonden) bij Crédit Anversois op de Kouter te Gent op naam van Arsène Goedertier werd geopend, evenwel zonder resultaat. De bediende (Germaine Laumen) van Ureel werd ondervraagd en op basis van een foto herkende zij Goedertier. De bediende van het Noordstation in Brussel (Alexis Puissant) kon moeilijk een beschrijving geven zodat niet duidelijk was wie het paneel van Sint-Jan de Doper daar deponeerde.  In Antwerpen werd de taxichauffeur (Frans Compeers) ondervraagd omdat hij zich – in opdracht van zijn klant die in de taxi zat – met het afgescheurde krantenartikel had aangeboden bij pastoor Meulepas. Maar hij kon op basis van de foto van Goedertier niet expliciet verklaren dat deze de man was die hij op 14 juni vervoerde. Ook de kerkbedienden werden ondervraagd. Bij een van hen, Alfons Hebberecht, die op de avond van de diefstal zowel de zijdeur naast het hoofdportaal van de kathedraal als de deur van Vijdkapel had gesloten, werd er een huiszoeking gedaan … zonder resultaat.  De personen die bij het overlijden van Arsène Goedertier aanwezig waren (o.a. advocaat Georges De Vos) werden evenwel niet ondervraagd…

Op 9 februari 1935 werd het faillissement van Arsène Goedertier uitgesproken. Maar toen wist de buitenwereld nog niets van wat bij hem thuis gevonden was.  Omdat het officiële onderzoek niet tot de vondst van het paneel had geleid werd het laatste middel ingeroepen…

De bekendmaking op 9 mei 1935

Zowel in de kranten als op grote aanplakbiljetten werd door het parket bekend gemaakt dat de dader van de diefstal van de panelen gekend was. Het paneel van Sint-Jan de Doper was teruggegeven aan het bisdom, maar het paneel van de Rechtvaardige Rechters was nog steeds zoek. De inmiddels overleden dief had zijn geheim in het graf meegenomen. Het parket dacht dat het paneel niet vernietigd werd en dat het wellicht diende gezocht te worden in Gent en omgeving. Er werd een premie van 25.000 fr. uitgeloofd voor diegene die aan het gerecht of het bisdom de nodige inlichtingen zou verschaffen voor het vinden van het paneel.

Op 12 mei 1935 vermeldde de pers al de naam van de dief en Wetteren stond op zijn kop, maar niettegenstaande een aantal tips kon het paneel niet gevonden worden. En dat betekende…

Detail van het paneel (gandante.be)

Het einde van het onderzoek op 2 maart 1937

De strafvordering werd tenietgedaan door de dood van Arsène Goedertier. Het onderzoek werd afgesloten. Het paneel van de Rechtvaardige Rechters bleef dus zoek.

De zoektocht

Of Arsène Goedertier de dief was weten we niet met zekerheid. Hij kan ook enkel de schrijver geweest zijn van de afpersingsbrieven in opdracht van een derde. Dat hij betrokken is bij de zaak, is wel zo goed als zeker.  Maar we weten nog steeds niet of er één of meerdere dieven waren, wat het motief was van de diefstal, evenmin óf het paneel nog bestaat. Het kan bijvoorbeeld zijn dat de echtgenote van Arsène Goedertier het paneel heeft vernietigd als zij hoorde dat haar man overleden was. Als het nog bestaat – in welke staat? –  kan het op de oorspronkelijke verstopte plaats zitten, maar het kan ook al gevonden zijn en op een andere plaats bewaard worden (bv. bij een aanzienlijke familie die er niet mee naar buiten durft te komen om haar naam niet te onteren en omwille van het risico op bestraffing op basis van heling).

De meeste speurders gaan er van uit dat het paneel nog bestaat. Ze trekken daarom verder sporen na zoals:

  • De leefwereld van de vermoedelijke dief Arsène Goedertier, meer bepaald gebouwen te Wetteren en Gent.
  • De afkorting op de afpersingsbrieven D.U.A. bv. derrière un autel (achter een altaar).
  • De inhoud van de verstuurde 13 afpersingsbrieven, bv. ‘het paneel zal blijven waar het thans berust, zonder dat iemand het nog kan aanraken’.
  • De inhoud van de 14de handgeschreven brief, bv. ‘het paneel berust op een plaats waar ik noch iemand anders het kan weghalen zonder de aandacht van het publiek te trekken’.
  • Een blad bij de 14de brief met daarop: 152, Nina, oiseau, arte, Jean, …
  • Kerken, kapellen, graven, monumenten,…die voornamelijk in 1933 en 1934 werd gebouwd of verbouwd.
  • De verklaringen in de pv’s van het gerecht bv. Arsène Goedertier heeft volgens zijn vrouw en broer gezegd dat hij het paneel zou zoeken ‘autour de la cathédrale’
  • De mogelijke motieven bv. om een bank te redden (financiële bankencrisis in 1934)
  • Wichelroedes

Over deze diefstal zijn tal van boeken geschreven. Dit zijn alvast aanraders voor diegenen die alle details willen kennen en zich nog meer willen verdiepen en misschien zelf op zoektocht willen gaan:

  • “Dossier Lam Gods” van Karel Mortier en Noël Kerkchaert
  • “De wraak van het Lam Gods” van Rudy Pieters
  • Ook de podcast “de Vlaamse Kunstroof” gemaakt door Nederlandse journalisten (waaraan ik meewerkte) brengt u wellicht in de ban van dit meeslepend verhaal (al meer dan 200.000 luisteraars).

Dirk Van Nieuwenhuyze