Wie in en rond Leuven abdijen wil bezoeken komt gemakkelijk aan zijn trekken. Naast de abdijen van Park, Keizersberg en Sint Geertrui is er ook de abdij van Vlierbeek, op het grondgebied van Kessel-Lo. Deze site vormde negen eeuwen lang het kader voor het dagelijks leven van de benedictijnenmonniken van Vlierbeek. Ze werd gesticht in 1125 door de benedictijnen uit Affligem nadat Godfried met de Baard, de hertog van Brabant, hen daar een domein geschonken had. Het huidige complex bevat naast een neoclassicistisch gedeelte van het laatste kwart van de 18de eeuw ook nog een 16de-eeuws gedeelte en middeleeuwse kelders. Post Factum is uitgenodigd om er ter gelegenheid van het 900-jarig bestaan op bezoek te gaan.
Ontstaan
De geschiedenis van de abdij van Vlierbeek gaat terug tot 1125. In dat jaar schonk Godfried met de Baard, graaf van Leuven en eerste hertog van Brabant, in Vlierbeek een stuk grond aan de bloeiende benedictijnenabdij van Affligem. Daar moest een kerk en een kloostergemeenschap worden opgericht om te bidden voor het zielenheil van hemzelf en zijn verwanten. Een van zijn zonen was er namelijk monnik en zelf werd de hertog ook in Affligem begraven. Vanaf 1127 kwamen de eerste monniken aan en bouwden er een rudimentair klooster uit dat de status had van priorij van Affligem. De monniken wensten echter autonomie. Zij maakten handig gebruik van de twisten binnen de kerk en het bestaan van een paus en een tegenpaus om de moederabdij voor voldongen feiten te zetten. Affligem legde zich evenwel niet neer bij deze gang van zaken en het duurde nog tot 1257 voordat Vlierbeek werkelijk een volledig zelfstandige abdij werd. Tijdens deze eerste periode werden er een laat-romaans kerkgebouw (1170) en andere dienstgebouwen opgericht waarvan geen afbeeldingen bestaan.
Verdere geschiedenis
De verdere geschiedenis is er, zoals bij veel instellingen, een van ups en downs. Maar voor Vlierbeek is het bijzonder moeilijk om die feiten te achterhalen wegens gebrek aan bronnen. In 1841werd het eeuwenoud archief van de inmiddels opgeheven abdij van Vlierbeek geklasseerd en zorgvuldig bewaard in de archiefkamer van de abdij. De laatsteoverlevende monnik van vóór de Franse Revolutie, dom Jan van den Schoor, toonde het nog met fierheid aan de toenmalige Leuvense stadsarchivaris. Nadien kwam het echter in handen van Victor van Schaeybroeck, pastoor van Kessel-Lo. Deze meende dat het allemaal jansenistisch spul was en verbrandde het vlak voor zijn dood in 1858 helemaal. Een onherstelbaar verlies!
Door stukken uit andere archieven terecht te consulteren is er echter wel iets gekend over de gebeurtenissen. Dat Vlierbeek niet gespaard bleef van interne conflicten bewijst de regering van abt Robrecht van Berthem (1424-1456). Hij stamde uit een gegoede Leuvense familie maar zijn gedrag als kloosteroverste stelde echter problemen, zodat de Bourgondische hertog Filips de Goede zich ging beklagen bij paus Nicolaas V (1447-1455). De deken van Leuven stelde daarop een onderzoek in dat uiteindelijk door de dood van deze abt op een sisser uitdraaide.
Tijdens de godsdienstoorlogen werd de abdij vernield. De opstand van de Nederlanden tegen het Spaanse bestuur ging hard tegen hard. Willem van Oranje (1533-1584) viel met zijn inderhaast samengesteld leger vanuit het noorden de Zuidelijke Nederlanden binnen, waar hij echter door de hertog van Alva heftig werd teruggeslagen. Op 25 september 1572, bij de terugtrekking van Oranje, eiste één van zijn legerkorpsen te Vlierbeek proviand. De abt, trouw aan Spanje, weigerde echter kordaat. Hierop beval de legeroverste, kapitein Felix, de poorten open te breken, de abdij te plunderen en in brand te steken. De monniken konden over de omheiningsmuren klauteren en naar de refuge te Leuven vluchten. Voor de abdij was dit een ramp. Gebouwen en inboedel gingen nagenoeg volledig verloren. De monniken zouden pas in 1642, na een ballingschap van 70 jaar, naar Vlierbeek weerkeren. Pas vanaf dan startte de wederopbouw.
Rond 1728 was het weer miserie. Abt Petrus (Pieter) Paradaens was abt van Vlierbeek van 1699 tot 1728. Hij was niet erg geliefd bij zijn eigen gemeenschap en er waren voortdurend conflicten. Hij had contacten met jansenistische proffen van de Leuvense universiteit en gaf onderdak aan gevluchte jansenisten uit Frankrijk en dit op het moment dat er In de Oostenrijkse Nederlanden een anti-jansenistische kruistocht aan de gang was. De klachten uit Vlierbeek door tegenstanders werden door de overheden dan ook ernstig genomen. Er werd een onderzoek ingesteld en de abt werd verbannen. Toen hij iets later overleed, brachten bevriende monniken het lijk gekleed als monnik, en rechtop zittend zodat het leek alsof hij leefde, met een karos over naar zijn geliefde abdij om er hem ergens in gewijde grond in de boomgaard te begraven, want als gestrafte mocht dit eigenlijk niet.
De volgende abten waren zeer ambitieus. Op hun verzoek startte in 1776 onder leiding van Laurent-Benoit Dewez (1731 – 1812), architect in dienst van de toenmalige gouverneur der Oostenrijkse Nederlanden Karel van Lotharingen, een tweede bouwcampagne waarvan alleen de kerk en het abtskwartier uiteindelijk uitgevoerd werden. Deze man introduceerde het neoclassicisme in onze streken en kennen we onder andere als architect van de herbouw van de abdijen van Orval en Affligem, het kasteel van Seneffe en het tuchthuis van Vilvoorde. Hij kon echter al zijn plannen niet uitvoeren wegens de opheffing van de abdij.
Sluiting van de abdij
De abdij werd onder het Franse bewind in 1796 opgeheven maar er werd voor de omwonenden wel nog mis gevierd in de abdijkerk door religieuzen van de voormalige abdij. Twee jaar later werden de gebouwen echter verkocht. De abdijgebouwen en de kerk werden bij de publieke verkoping van 7 Floréal van het jaar VI (26 april 1798) aangekocht door Jean Bourdon uit Parijs. De gronden waren voor rekening der monniken verworven door Jan-Antoon de Becker uit Leuven, broer van een van de monniken. Bourdon stond echter al onmiddellijk zijn aankoop af aan de Becker zodat die de enige eigenaar werd van de abdij en kon proberen de zaak nieuw leven in te blazen.
De heroprichting van een benedictijnse kloostergemeenschap was echter geen groot succes. Dankzij het Concordaat van Napoleon konden in 1801 de eerste monniken wel terugkeren maar door een gebrek aan middelen was er van een doorstart geen sprake. Vanaf 1803 werd de abdijkerk door de toenmalige aartsbisschop opengesteld voor de eredienst voor de gelovigen van Kessel en Lo. Zo werd de laatste abt van Vlierbeek tevens de eerste pastoor van Kessel en Lo. In 1809 en 1815, ten tijde van de oorlogen tegen Napoleon, diende de abdij als militair hospitaal. Vanaf 1827 besliste koning Willem I samen met de toenmalige aartsbisschop van Mechelen om een nieuwe gemeente en parochie met de naam Kessel-Lo op te richten. De abdijkerk en andere gebouwen werden door Jan-Antoon de Becker geschonken aan de nieuwe kerkfabriek. De omliggende gronden werden overgemaakt aan het Klein en Groot Seminarie van Mechelen om met de opbrengsten studiebeurzen voor studenten aan de Leuvense universiteit te financieren. Het eerste gemeentehuis en het eerste schooltje van de nieuwe gemeente Kessel-Lo huisden in de oude abdijgebouwen.
Tegenwoordig…
Het negenhonderdjarig bestaan van Vlierbeek werd aangegrepen om de abdijsite in haar originele luister te herstellen. Er wordt getracht om, in samenwerking met de verschillende partners en stakeholders, een reeks elementen uit het Masterplan Abdij Vlierbeek te realiseren. Dit betreft voornamelijk de restauratie van enkele abdijgebouwen, de heraanleg van een aantal tuinen en de verdere ontsluiting van de abdijsite en de omringende vallei. In oktober 2023 kon de restauratie van de pandgang als eerste realisatie aan de buitenwereld getoond worden. De volgende stap was de restauratie van het Koetshuis en de paardenstallen, waar in 2016 nog een zware brand woedde. Ook de restauratie van het nieuwe abtskwartier is sinds eind 2024 klaar. Daar komt onder andere een huisvestingsproject voor jongvolwassenen die dak- of thuisloos dreigen te worden. Verschillende verenigingen vinden er ook onderdak. Een schoolvoorbeeld van degelijk erfgoedbeheer!
Carine De Vos
Bronnen
- Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Abdij van Vlierbeek [online], https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/1852 (geraadpleegd op 15 november 2024).
- https://www.abdijvanvlierbeek.be/ (geraadpleegd op 15 november 2024)
- https://www.vlierbeek900.be/ (geraadpleegd op 15 november 2024)