Rusten aan de rand van het woud
Deze begraafplaats werd aangelegd in 1857 en aanzienlijk uitgebreid in 1879. Om het niveauverschil op te vangen, werden beide delen grotendeels van elkaar gescheiden door grafgalerijen, een betonnen constructie uitgevoerd in 1908 door de Brusselse firma Blaton. In de jaren 1950 werd het een tweede maal uitgebreid door architect V. Lichtert. Op deze begraafplaats liggen enkele personen begraven die een belangrijke rol hebben gespeeld in de politieke en artistieke geschiedenis van Brussel en België, en in sommige gevallen zelfs op internationaal niveau. We noemen hier graag een aantal persoonlijkheden op.
Een Nobelprijs-winnaar
Zo vinden we er het graf van Auguste Beernaert (Oostende 1829 – Luzern 1912) en zijn zus Euphrosine Beernaert, een zeer verdienstelijke landschapsschilderes. Auguste Beernaert studeerde aan de KU Leuven en zwaaide er af als dokter in de rechten met grote onderscheiding. Hij volgde nadien opleidingen in Parijs, Heidelberg en Berlijn. Hij werd in 1853 jurist aan de Brusselse Balie en werkte vanaf 1859 (tot aan zijn dood) als advocaat aan het Hof van Cassatie. Daarnaast begon hij in 1873 aan een politieke loopbaan bij de Katholieke Partij; hij was minister van Openbare Werken (uitbreiding van het Belgische Spoorwegennet) en zelfs 10 jaar lang premier (periode van de uitbreiding van het stemrecht en initiatieven in de sociale wetgeving ter bescherming van de arbeiders). In 1894 werd hij minister van Staat. Hij was ook betrokken bij de oprichting van de Onafhankelijke Congostaat. In 1909 won hij, samen met Paul Henri Balluet d’Estournelles de Constant de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn ijver om arbitrage toe te passen teneinde internationale geschillen op te lossen en voor zijn strijd tegen de slavernij en de plundering van Congo. In 1912 stierf hij tijdens een bijeenkomst van de Interparlementaire Unie in Zwitserland.
De professor
Constantin Héger (Brussel 1809 – 1896) rust hier samen met zijn echtgenote Claire. Hij gaf les in het Franstalige Koninklijk Atheneum van Brussel: Frans en literatuur. Daarnaast was hij actief als leraar in het Pensionnat de Demoiselles de Héger, een privéschool opgericht door zijn tweede echtgenote. In februari 1842 kwamen de zussen Brontë naar onze hoofdstad om er hun talenkennis te vergroten en volgden ze les in de school van Héger en zijn vrouw. In ruil voor kost en inwoning gaf Charlotte er Engels en Emily muziekles. Naar aanleiding van het overlijden van hun tante Elizabeth Branwell keerden ze in het najaar terug naar Engeland. Charlotte kwam echter in januari 1843 terug maar voelde zich hier eenzaam. Ze stuurde vele liefdesbrieven naar Héger. Het jaar daarop verliet ze ons land en verwerkte ze haar ervaringen in romans als The Professor en Villette. Héger zelf werd in 1853 hoofd van het Koninklijk Atheneum maar nam na twee jaar ontslag uit onvrede met zijn inspectie. Lesgeven deed hij tot zijn pensioen.
Op zoek naar het einde van de wereld
Wie hier ook een eeuwige rustplaats heeft, is de familie De Gerlache de Gomery, waarvan Adrien de expeditie leidde op de Belgica (cf. het gelijknamige metrostation). 125 jaar geleden leidde hij een team van jonge zeilers, avonturiers en wetenschappers naar Antarctica. Niemand wist wat hen te wachten stond, op deze tocht naar het ‘onbekende zuidelijke land’. Hun maandenlange strijd met het ijs leverde niet alleen roemrijke verhalen op, maar ook een schat aan wetenschappelijke informatie. Hoe wrik je jezelf los uit een schijnbaar uitzichtloze situatie? 125 jaar geleden vroor het schip de Belgica vast in het pakijs, tijdens een ontdekkingsreis naar het mysterieuze zuidelijke continent. Afgesneden van de bewoonde wereld, gleden Adrien de Gerlache en zijn bemanningsleden de poolnacht in. Achttien jonge mannen met eigen dromen en drijfveren, van matrozen tot biologen, weer- en sterrenkundigen. Het was het begin van een ongeplande winter op Antarctica, aan boord van een ‘spookschip op drift’.
De fysieke beproevingen en de maandenlange strijd met het ijs en zichzelf, maakte hen naast wanhopig, ook waanzinnig inventief. Hun ongeplande overwintering leverde een schat aan wetenschappelijke observaties en ontdekkingen op. Vanaf hun ‘drijvend laboratorium’ leverden ze pionierswerk voor de biologie, meteorologie, glaciologie en geologie. Ze verzamelden unieke data waarop wetenschappers vandaag nog steeds terugvallen. Uiteindelijk boden hun doorzetting en samenwerking een uitweg uit het ijs. Ze ontsnapten nipt aan een tweede, mogelijk fatale overwintering. Het zou meer dan 40 jaar duren om alle wetenschappelijke ontdekkingen van de expeditieleden te publiceren.
Wie zoekt, die vindt
Achteraan de begraafplaats, links in de hoek, bevindt zich een opmerkelijk grafteken zonder naam of datum. Ongetwijfeld prikkelt dit gegeven de nieuwsgierigheid van menig bezoeker aan deze begraafplaats. Summier onderzoek heeft ons geleerd dat dit het graf is dat Adolphe Stoclet (1871 – 1949) liet oprichten voor zijn familieleden. Adolphe Stoclet – ingenieur, directeur van de Société Générale de Belgique, mecenas en kunstverzamelaar – is gemeenzaam bekend bij het grote publiek door het gelijknamige Stocletpaleis dat hij liet bouwen langs de prestigieuze Tervurenlaan in Sint-Pieters-Woluwe. Het werd gebouwd tussen 1905 en 1911 en wordt terecht beschouwd als het magnum opus van de Oostenrijkse architect Josef Hoffmann (1870 – 1956) en diens Wiener Werkstätte. Sinds 27 juni 2009 staat het op de UNESCO Werelderfgoedlijst.
Op deze rustige begraafplaats vind je nog de graven van chirurg Antoine Depage (actief tijdens de eerste wereldoorlog, ook bekend van het gelijknamige ziekenhuis in Elsene), de schilders Rik Wouters en de minder bekende Agapit Stevens, de architect Georges Hobé, de beeldhouwer Désiré Weygers, en nog vele anderen.
Samenstelling: Myriam Vanden Nest
Bronnen:
- Epitaaf vzw, Vereniging voor funeraire grafkunst, Laken
- Koning Boudewijnstichting, expositie Het einde van de wereld!, oktober 2023 – februari 2024
- Wikipedia