Wijkwandeling in het Jubelpark

Stadsontwikkeling in de Belle Epoque,

art nouveau en kolonialisme

Art nouveau, we kunnen er blijkbaar niet genoeg van krijgen! Annemie Pijcke, jaargenoot en lid van Post Factum, neemt ons mee op pad naar de buurt van het Jubelpark en de prachtige squares. Deze bieden mooie voorbeelden van gevels en monumenten om de art nouveau te kaderen en te illustreren in zijn tijd waarbij de link met het kolonialisme één van de rode draden is. Het wordt ongetwijfeld een bijzonder interessante ontdekkingstocht.

Recente publicaties en onderzoek hebben het ontstaan van de Belgische art nouveau in verband gebracht met het koloniale verleden van België. Zowel op het vlak van materialen (ivoor, koper, rubber) als op het vlak van vormtaal (evocaties van de Congolese fauna en flora) en financiering, wordt de nieuwe stijl in verband gebracht met de lucratieve onderneming van de Onafhankelijke Congostaat onder leiding van Leopold II.

Beschaving en Barbarij (kunstwerk van Philip Wolfers, 1877) (https://nl.wikipedia.org)

Dit aspect wordt concreet geïllustreerd aan de hand van het volgend fragment uit de bezoekersgids Art nouveau, topstukken uit de collectie van de Koning Boudewijnstichting. Vandaag zullen velen dit wellicht als schokkend ervaren … “Woensdag 29 september 1897, 18 uur. Het duizelt Edmond van Eetvelde, secretaris van Congo-Vrijstaat. Al die drukte, die voorbereidingen, die superlatieven, voor hem … Het banket te zijner ere vindt plaats in de feestzaal van het Jubelpark en vormt de apotheose van de wereldtentoonstelling van Brussel. De Belgische Kamer van Koophandel en Nijverheid eert hem met dit prestigieuze evenement voor zijn inzet voor de promotie van Congolese producten en ivoor. Bij de ongeveer achthonderd genodigden zijn zowel handelaars en industriëlen als parlementariërs, ministers en militairen. Het regent toasts en toespraken.

Behalve de secretaris is er die avond nog een andere ster: Beschaving en Barbarij. Dit meesterwerk van Philippe Wolfers dat aan Van Eetvelde zal worden aangeboden, is een ivoren documenthouder die wordt ondersteund door twee zilveren beeldjes: een zwaan voor de beschaving (‘de witte man’) en een draak voor de barbarij (‘de zwarte man’). Het kunstwerk past in de toenmalige ideologie van de “beschavingsmissie” die als voorwendsel dient voor de kolonisatie van Congo”.

In de zomer van 2020 kwam onder impuls van de ‘Black Lives Matter’-beweging het debat over de koloniale erfenis van België opnieuw in de kijker. Koning Leopold II werd bekritiseerd voor zijn economische exploitatie van de Congo Vrijstaat. Hoewel de schijnwerpers in deze debatten vooral op Leopold II gericht zijn, stond hij niet alleen in het bestuur van Congo. Hij werd omringd door politici, ondernemers en andere invloedrijke Belgen. Edmond van Eetvelde, geboren in 1852 te Mol, was een van deze personen.

In De Standaard van 17 juni 2020 lezen we het volgende over van Eetvelde: ”De briljante technocraat en gewiekste diplomaat was de loyaalste en hardst werkende bondgenoot van de koning. Het was van Eetvelde die met het idee kwam voor een bonussysteem om de recuperatie van rubber op te drijven… en samen met Leopold II plannen smeedde om de rangen van de Openbare Weermacht (koloniale milities) aan te dikken met ontvoerde kinderen, die stokslagen en dwangarbeid als noodzakelijk bestempelde…

Baron Edmond van Eetvelde (nl.wikipedia.org)

Van Eetvelde wordt hier omschreven als een drijvende kracht achter de wreedheden in Congo, maar klopt dit beeld wel helemaal met de werkelijkheid? De gemeente Mol wil alvast het onderzoek over zijn rol in Congo publiek openstellen en op basis van wetenschappelijk onderzoek een genuanceerd beeld schetsen over van Eetvelde. Daarvoor wordt onder meer beroep gedaan op de medewerking van professor Plasman (Louvain-la-Neuve) die lid was van de Bijzondere Kamercommissie Koloniaal Verleden. Er wordt ook samengewerkt met het Afrikamuseum (Tervuren) en het Rijksarchief (Brussel). Uit dat onderzoek blijkt dat de rol van baron van Eetvelde in Congo geen zwart-wit-verhaal is. Hij speelde uiteraard een belangrijke rol in de kolonisering van Congo, maar ging na verloop achter de schermen vaak in tegen de plannen van Koning Leopold II. Het uitgebreide artikel hierover kan u raadplegen op de gemeentelijke website van Mol (zie referentie bij de bronnen achteraan).

Victor Horta introduceerde de art nouveau in Brussel vanaf 1893 en ontketende daarmee een ware revolutie. Zijn aandacht voor het gebruik van de ruimte en de relaties tussen ruimtes, verhoudingen en verbindingen vormden een opstap naar het 20ste-eeuwse modernisme. Tegelijk drukte de stijl met zijn bloemmotieven, zweepslaglijnen en exotische verwijzingen een verlangen uit naar een verre wereld. Een complexe architectuurstijl dus. Het Huis Van Eetvelde is gebouwd ‘op het toppunt van zijn carrière’, zoals Horta zelf schreef. Het plan voor het huis in 1895 was het meest gedurfde dat hij ooit had ontworpen. De toekomstige eigenaar vroeg de architect om een huis ‘voor zijn gezin,’ maar met een zo groot mogelijke woonkamer en eetkamer met het oog op zijn sociale verplichtingen. In mei 2023 bezocht Post Factum dit bijzondere pand met een gids van Korei. U kan het achtergrondartikel hierover nog steeds raadplegen op onze website (artikels –archief).

Het van Eetveldehuis (© Monument.Heritage.Brussels)

Het park vormde rond 1900 het decor van de Brusselse beau monde. Allerlei evenementen vonden er plaats, zoals onder meer het banket van 1897 voor baron van Eetvelde. Aan de oorsprong van dit Jubelpark ligt de intentie van de Belgische Staat en van de Stad Brussel om de vijftigste verjaardag van België met de nodige luister te vieren. Voordien werd dit zogenoemde Linthout-plateau alleen gebruikt als militair oefenterrein. De totstandkoming van het nieuwe park liet ook toe dat de stad Brussel in noordoostelijke richting kon uitbreiden en nieuwe wijken kon inrichten. Koning Leopold II steunde dit plan met veel geestdrift.

Na een wedstrijd voor het beste ontwerp kreeg architect Gédéon Bordiau de opdracht toegewezen. Hij wou het militaire oefenterrein omvormen tot een park (aanvankelijk eerder klein) met een tentoonstellingshal die zich zou inspireeren op het museum van South Kensington in Londen. In een halve cirkel voorzag hij twee vleugels met een monumentale zuilenrij als verbindingsstuk. De innovatie van Bordiau bestond erin dat hij centraal in zijn compositie een triomfboog tekent.

De triomfboog van het Brusselse Jubelpark (https://nl.wikipedia.org)

Vóór de grote ‘Nationale tentoonstelling van producten van de Belgische kunst en nijverheid’ van 1880 – een sluitstuk van de jubileumfeesten – werden alleen de twee zijgebouwen, de sokkel van de zuilengalerij en de triomfboog gebouwd. Er werd wel beslist om het park uit te breiden met aanpalende gronden. Een jaar eerder hadden de Staat en de Stad Brussel de taken verdeeld: de eerste zou de gebouwen afwerken (een klus die nog dertig jaar duurde), de tweede instantie zou het park aanleggen volgens de grote lijnen die Bordiau had uitgetekend.

Decennialang vonden er in het Jubelpark allerhande tentoonstellingen en patriottische evenementen plaats, tot het ogenblik dat de verstedelijking van de omgeving de toegang bemoeilijkte. De overheid ging op zoek naar een andere plaats voor beurzen en vond die op het Heizelterrein dat in 1935 officieel werd geopend.

“Het zwarte ras door België onthaald” (kroonlijst van het Congomonument in het Jubelpark) (monument.heritage.brussel)

Samenstelling: Myriam Vanden Nest

Bronnen: