Interieurbezoek

De naam van het huis verwijst naar de opdrachtgever, die ingenieur en amateurfotograaf was. Het huis werd in 1902 door het echtpaar Marie en Edouard Hannon besteld bij de bevriende architect Jules Brunfaut en bevindt zich op de hoek van de Brugmannlaan en de Verbindingslaan in Sint-Gillis.

Eerst iets over de architect Jules Brunfaut (1852-1942). Die had tot dan toe geen bouwwerken in Art Nouveaustijl ontworpen, maar liet zich inspireren door de huizen van Victor Horta, Ernest Blérot, Octave Van Rysselberghe en Henry Van de Velde om een uniek werk te creëren. Hij combineerde de Beaux-Arts-stijl met de moderniteit van Art Nouveau. Het is trouwens het enige art nouveau-gebouw van architect Brunfaut.

Edouard Hannon (1853-1931) was een ingenieur die op 23-jarige leeftijd door de Solvay-groep werd aangenomen en naar Dombasle (in de buitenwijken van Nancy, Lotharingen) werd gestuurd. Dat was de eerste Solvay-fabriek in het buitenland. Hannon werd beschouwd als een van de efficiëntste managers van de groep, maar door zijn gevoeligheid voor sociale kwesties weerhield dat hem er niet van kritisch te staan tegenover de hiërarchie. In 1879 trouwde hij in Dombasle met Marie Debard (1857-1926). Jules Brunfaut was hun getuige. In 1883 werd Hannon teruggeroepen naar het hoofdkantoor in Elsene, waar hij de wereldproductie van de groep hervormde. Dat gaf hem de gelegenheid om in Europa, Rusland en de Verenigde Staten te reizen en fotografisch werk te verrichten. In 1907 benoemden Alfred en Ernest Solvay hem tot Chief Executive Officer, de enige persoon die die functie bekleedde en geen familielid was nota bene.

Het herenhuis is een uitzonderlijk ontwerp waarvan de gevel en het interieur perfect met elkaar harmoniëren. Je kunt de majestueuze hoekgevel best vanaf een zekere afstand bewonderen. De architect benadrukte de hoek door middel van in bas-reliëf gebeeldhouwde zuilen, ontworpen door de beeldhouwer Victor Rousseau (1865-1954). Het bas-reliëf is een allegorie van de tijd die bij zonsondergang wordt opgehangen. Dat werk is bovendien de symbolistische sleutel tot het begrijpen van de filosofie van het interieur, volledig ingericht – een echte uitzondering – door de Franse ontwerper Emile Gallé (kroonluchters en meubilair), en aangevuld met hedendaagse werken van James Ensor, Victor Rousseau en Emile Claus.

De enorme fresco’s van Paul Baudouin (1844-1931), een leerling van de Franse Puvis de Chavannes, hangen als wandtapijten in het trappenhuis en de ontvangstruimte. Allegorieën over de volwassenheid van het paar worden afgebeeld in een antiek decorum, terwijl marmer en mozaïeken van grote verscheidenheid daarop inspelen. Kortom, Belgische en Franse smaken, de smaken van Edouard en Marie, worden gecombineerd. In die zin kunnen we spreken van een portrettenhuis. De ietwat eigenaardige structuur in smeedijzer en glas-in-lood langs de kant van de Verbindingsstraat is het venster dat uitgeeft op de wintertuin waarin de planten zich vermengden met het florale decor van de muurschilderingen.

Brunfaut maakte geen gebruik van een bovenlicht om het trappenhuis te verlichten (zoals Horta dat wellicht zou hebben gedaan). Hij ontwierp integendeel een ondoorzichtige koepel ter bekroning van het decor van het trappenhuis waarvan de muren beschilderd zijn met een fresco van de Franse schilder Paul Albert Baudouin. De motieven van de vloermozaïek en het thema van het fresco verwijzen naar de klassieke oudheid, maar zijn geheel kenmerkend voor de art nouveau.

Na de dood van de dochter van het echtpaar Hannon in 1965 verkocht de familie het pand. De mooie meubels werden verdeeld onder de familie. “Gedurende een periode vestigen krakers zich in het huis en worden er diefstallen gepleegd”, weet de conservator van het Huis Hannon, Grégory Van Aelbrouck. Kortstondig werd gevreesd dat het pand afgebroken zou worden om er een flatgebouw neer te poten. De afbraak werd gelukkig een halt toegeroepen toen de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen in 1976 de gevels en het dak liet klasseren. Het was trouwens Marie Van Mulders-Brunfaut (dochter van de architect) die sinds 1972 bij de Commissie daarvoor aan de bel getrokken had.Na een periode van verwaarlozing kocht de gemeente Sint-Gillis het pand op, vooral nadat de pers zich bijzonder negatief had uitgelaten over de erbarmelijke staat ervan. In 1983 werd gelukkig ook het interieur van het pand geklasseerd.

Sinds 1983 werd het Huis Hannon beetje bij beetje opgefleurd en hersteld, en sinds 1988 was de Espace Photographique Contretype er geïnstalleerd. Vanaf 2014 werd de plek echter opnieuw aan zijn lot overgelaten. Pas sinds 2019 werd “het initiatief opgestart om het gebouw samen met het Horta Museum als museum open te stellen en de restauratie voort te zetten”, aldus van Aelbrouck. “Eigenlijk was het de bedoeling om al eerder tot de opening van het gebouw over te gaan, maar door onder andere de coronapandemie hebben we vertraging opgelopen.” De grootste delen van het Huis Hannon werden gerestaureerd voor de opening voor het grote publiek in juni 2023. Tegen 2030 wil Van Aelbrouck het hele huis gerenoveerd hebben. Er worden ook heel wat pogingen gedaan om de oorspronkelijke – en helaas verspreide – meubels terug naar het huis te brengen zodat het als het ware weer compleet zal worden, vindt professor Werner Adriaenssens. “Het huis schreeuwt art nouveau, maar op een meer klassieke manier dan bij pakweg een Victor Horta”, meent de conservator. In de toekomst moet het Huis Hannon een plek worden waar art-nouveau-architecten gehuldigd worden.

Voor zijn eerste tijdelijke tentoonstelling (1 juni 2023 tot 5 juni 2024) wil het Huis Hannon de Belgische art nouveau in al zijn verscheidenheid presenteren aan de hand van belangrijke werken uit enkele van de meest vooraanstaande collecties van Belgische kunst. Prof. Werner Adriaenssens en conservator Grégory Van Aelbrouck zijn de curatoren van deze expo.

Als uitsmijter geven we u nog deze beschrijving uit de aankondiging van de tentoonstelling mee: “In 1900, toen de industriële revolutie in volle gang was, werd in Brussel geëxperimenteerd met een subversieve stijl: de art nouveau. Een stijl? Nee, een gemoedstoestand en een onverzadigbaar geloof in de moderniteit! Terwijl Victor Horta zich richtte op een rijk clientèle, werkten Paul Hankar, Henry van de Velde en Gustave Serrurier-Bovy samen om een moderne manier van leven uit te vinden, eenvoudiger en overzichtelijker, bestemd voor een wijde verspreiding. Door deze geëngageerde aanpak wilden zij pioniers van verandering zijn en op lange termijn de basis leggen voor de eerste moderniteit.”

Bronnen

www.maisonhannon.be/nl

Insideartnouveau.eu/nl/edifices/huis-hannon

Bruzz, nieuwsbrief van 05/06/2023

https://radio1.be/luister/select/de-ochtend/maison-hannon-terug-open-het-is-een-huis-met-een-heel-bijzondere-geschiedenis met prof. Werner Adriaenssens