Wall Street aan de Schelde
Een bank in de stad: het financiewezen in Antwerpen doorheen de eeuwen
Ooit lag Wall Street aan de Schelde. Niet letterlijk wel te verstaan. Maar in de 16e eeuw was Antwerpen het financiële centrum van de wereld en stond de Antwerpse handelsbeurs model voor alle soortgelijke instellingen in de wereld. Later, in de 19e eeuw, werd Antwerpen opnieuw een belangrijk bancair en financieel centrum dankzij de opbloeiende wereldhandel in die periode. In België was het op een bepaald moment zelfs belangrijker dan Brussel. Die glorieuze dagen brengen we opnieuw tot leven tijdens een wandeling doorheen de stad. Onze gids Dirk Vermeiren leidt ons langs de gekende én verborgen plekjes waar handel en financiën hun sporen hebben nagelaten. We kijken naar bank- en beursgebouwen, zoeken uit waarom die daar staan en er zo uitzien en eventueel hoe ze in de loop der tijden van bestemming veranderd zijn.
De Antwerpse handelsbeurs was indertijd zo bekend dat niet alleen het woord voor ‘beurs’ in de meeste Europese talen (aanvankelijk ook het Engels) afgeleid is uit het Nederlands maar ook dat de beursgebouwen in al die landen geïnspireerd waren op het Antwerpse voorbeeld. De Engelsen vroegen zelfs een Antwerpse architect, Hans Hendrik van Paesschen (1510-1582), om de Londense Beurs te ontwerpen.
Het verhaal van de beurs begint, zoals bekend, eigenlijk niet in Antwerpen maar in het middeleeuwse Brugge. Daar baatte de familie Van der Buerse al tegen 1285 een herberg uit waar veel buitenlandse kooplieden kwamen: Ter Buerse. In die herberg regelden ze hun zaken en wisselden ze nieuwtjes uit. Na verloop van tijd hadden ze plaatsgebrek in de herberg en zetten ze hun zaakjes voort op het plein vóór de herberg, het Beursplein. En uiteindelijk kwam iemand van de familie op het idee om een gebouw (of eigenlijk een rechthoekig plein omzoomd door overdekte galerijen) ter beschikking te stellen van de handelaars, speciaal voor hun contacten en besprekingen. De eerste ‘beurs’ – genoemd naar de familie en het café – was geboren.
In 1252-1253 kregen de handelaars van de Hanze uitgebreide privileges in Brugge. De stad groeide dan ook uit tot hun veruit belangrijkste ‘kantoor’ (een knooppunt waar veel handelaars permanent verbleven en waar goederen gecentraliseerd werden voor transport naar hun uiteindelijke bestemming). Het maakt Brugge tot het middelpunt van de internationale handel en het internationale financiewezen.
Antwerpen schakelt een versnelling hoger
Maar het Zwin verzandde langzaam, en de opstand tegen Maximiliaan van Oostenrijk (1487-1492) luidde het definitieve einde in. Antwerpen, dat niet deelgenomen had aan de opstand, kon rekenen op de steun van Maximiliaan om de rol van Brugge over te nemen.
Maar de gestage opgang van Antwerpen was al veel eerder begonnen. De grote stormvloed van 1375-76 had de Westerschelde bevaarbaar gemaakt voor grote zeeschepen. Dat trok in de eerste plaats de Engelsen aan, die wegens conflicten met Frankrijk weggetrokken waren uit Brugge en nu hun textiel exporteerden via Antwerpen. Daarna kwamen de Zuid-Duitsers. Vanaf het eind van de 14e eeuw kregen de zeeroutes van de Hanze concurrentie van de landroute via Zuid-Duitsland (van/naar Italië en Oost-Europa). Die regio – met steden als Augsburg (thuisstad van de Fuggers), Nürnberg en Ulm – was een economisch zwaargewicht geworden door de exploitatie van zilver- en kopermijnen, de productie van luxetextiel (fustein) en het feit dat ze er als eersten buiten Italië een dubbele boekhouding gebruikten. De Zuid-Duitsers kozen niet voor Brugge maar voor Antwerpen. En dat was al gebeurd vóór Filips de Goede een beroep deed op het Zuid-Duitse zilver voor zijn muntslag (1464-65) en vóór de Portugezen naar Antwerpen overkwamen (ca. 1498) omdat ze daar het Zuid-Duitse zilver kochten waarmee ze de specerijen betaalden in hun overzeese gebieden. Antwerpen had bovendien geprofiteerd van het feit dat het in feite de zusterstad van Brugge was. Handelaars die in Brugge gevestigd waren, hadden in toenemende mate ook een filiaal in Antwerpen. Dat had te maken met het belang van de jaarmarkten in het markgraafschap Antwerpen. Van Pasen tot november werd in de stad Antwerpen en in Bergen-op-Zoom een reeks jaarmarkten gehouden die steeds meer internationale kooplui aantrokken.
Dat gold overigens ook voor de kooplieden van de Hanze. In 1468 stelde het Antwerpse stadsbestuur hen zelfs gratis een pand ter beschikking, dat ze tot 1620 zijn blijven gebruiken (“De Cluyse” op de Oude Koornmarkt, het plein waar de buitenlandse handelaars afspraken in de herbergen). Hun ‘kantoor’ in Brugge werd vanaf 1486 afgebouwd en in 1520 helemaal opgedoekt en officieel verplaatst naar Antwerpen. Hun hoofdkwartier daar werd het in 1564-1568 gebouwde prestigieuze Oostershuis, op de plaats van het huidige MAS, aan de oever van een toen gloednieuwe en indrukwekkende binnenhaven (Middelvliet). De architect was Hans Hendrik van Paesschen, die ook het Coudenbergpaleis in Brussel, het stadhuis van Antwerpen en, zoals gezegd, de Londense Beurs tekende.
De ‘pagaddertoren’ van de Oude Beurs
Zo werd Antwerpen het knooppunt van wat nu een echte wereldeconomie geworden was. Met 100.000 inwoners op het hoogtepunt was het ook veel groter dan het middeleeuwse Brugge. Maar op veel punten inspireerden ze zich natuurlijk op Brugge. Zo richtten ze al in 1485 een eigen “borze” op (huis De Rhyn in de Hofstraat vlakbij de Oude Markt). In 1531 was er nood aan een nieuw gebouw. En dat ligt aan de basis van de huidige Handelsbeurs.
De nieuwe beurs, in een zijstraat van de Meir, werd opgetrokken in Brabantse laatgotische stijl, naar een ontwerp van Domien de Waghemakere. Men bleef wel trouw aan het Brugse concept, ook fysiek: het pand bestond uit een rechthoekige open ruimte die werd omsloten door een met ster- en netgewelven overdekte zuilengalerij. In termen van handel en economie was dat gebouw letterlijk het centrum van de wereld. Dat maakte zo veel indruk op de buitenlandse tijdgenoten dat ze niet alleen het concept maar zelfs het gebouw kopieerden toen ze eigen beurzen gingen bouwen. Het galerijmodel vinden we dan ook terug in de beurs van Londen (1565) en die van Rotterdam (1595) en Amsterdam (1611). Ook het woord ‘beurs’ is rond die tijd overgenomen in zo goed als alle Europese talen (ook in het Engels werd het aanvankelijk gebruikt, voordat de naam in 1570 officieel ‘royal exchange’ werd).
Merk wel op dat de Brugse en Antwerpse beurzen nog geen beurzen waren in de huidige zin. Tegenwoordig verstaan we daaronder een aandelenmarkt. De ‘Vlaamse’ voorbeelden waren trefpunten voor kooplui en plaatsen waar financiële transacties afgehandeld werden. Het concept ‘aandeel’ was toen nog embryonaal of in elk geval nog niet voldoende geformaliseerd. De eerste beurs in de moderne zin werd opgericht in Frankfurt in 1585. De eerste maatschappij die aandelen te koop aanbood aan het grote publiek, was de Verenigde Oost-Indische Companie in 1602.
Fokker
Nog in de 19e eeuw werd van een rijkaard in Antwerpen gezegd dat hij “een rijke fokker” is. Dat had niets te maken met het (toen natuurlijk nog niet zo gekende) Engelse f-woord maar is afgeleid van de Fugger-bankiersfamilie. Die opende in 1508 een filiaal in Antwerpen. Keizer Karel werd in 1519 dankzij het geld van de Fuggers verkozen tot keizer van het Duitse rijk. Maar liefst drie ton puur goud stelde hij ter beschikking om een meerderheid van de keurvorsten af te kopen en te beletten dat de Franse koning Frans I keizer van Duitsland zou worden. De Fuggers fungeerden toen al enkele decennia als de huisbank van de Habsburgers. Hun bank was de grootste ter wereld.
Jakob Fugger met een kast waarop de namen van al zijn filialen prijken, o.m. “Antorff” (Antwerpen)
Naast die grote namen waren er ook tal van wisselkantoren en geldschieters actief in Antwerpen, waardoor de stad een bruisend financieel centrum werd en wegbereider van moderne financiële praktijken. Lang zou die bloeiperiode echter niet duren. De lotgevallen van de Antwerpse handelsbeurs kunnen min of meer symbool staan voor die van de stad als financieel centrum in het algemeen. Het beursgebouw brandde af in 1583. Het werd onmiddellijk naar dezelfde plannen heropgebouwd, maar door de neergang van het Antwerpse handelsleven na 1585 (inname door de Spanjaarden) verloor het gebouw zijn nut en het werd voor andere doeleinden gebruikt. Pas in de 19e eeuw hernam het zijn oorspronkelijke functie. Bij die gelegenheid werd het pand ook verbouwd: de open binnenruimte werd in 1853 overkapt, met een gewaagde koepel naar het voorbeeld van het Londense Crystal Palace.
Na een tweede brand in 1858 moest men het gebouw opnieuw heropbouwen. Uiteindelijk werd in 1872 het huidige gebouw verwezenlijkt door architect Joseph Schadde. Het is een opvallend samengaan van de toen modieuze neogotische stijl en revolutionaire nieuwe technieken, met name de metalen constructie voor de overkoepeling van de binnenruimte, en met respect voor het oorspronkelijke concept. Eind 1997 werd de Antwerpse effectenbeurs afgeschaft, waarna het gebouw jarenlang verkommerde. Pas in 2013 werd het gerenoveerd, dankzij een erfgoedbudget en een investering van de Marriott-hotelketen, die er een evenementen- en congresruimte van gemaakt heeft.
In 1894-96 kreeg de handelsbeurs een schitterend bijgebouw in een even flamboyante (neo)gotische stijl, naar een ontwerp van stadsbouwmeester Gustave Royers. Het gebouw staat nu bekend als de Schippersbeurs maar was oorspronkelijk bedoeld als Fondsenbeurs voor wisselagenten. Pas later vestigde zich daar de Schippersbeurs voor de bevrachting van de binnenscheepvaart, die eind jaren 1990 werd gesloten. Het gebouw werd samen met de handelsbeurs gerestaureerd in 2016-19. Tegenwoordig is er het restaurant Fiera gevestigd. Die ambitieuze bouwprojecten pasten in de heropbloei van Antwerpen als een van de centra van de wereldhandel in de tweede helft van de 19e eeuw.
Explosie tijdens de Belle Epoque
De stad had al een benijdenswaardige reputatie opgebouwd als snelle doorvoer- en overslaghaven, voornamelijk voor Duitse halffabrikaten en eindproducten. Antwerpen was dus perfect geplaatst om maximaal te profiteren van de Tweede Industriële Revolutie in Duitsland vanaf 1871. Maar ook de industrie in Wallonië hing voor een groot deel af van de Antwerpse haven, en met name de ertsimport. Vermeldenswaard is ook de leidende positie op de wereldmarkt voor diamanten, zeker na de Zuid-Afrikaanse Boerenoorlog (1899-1902). De ontvangen scheepstonnenmaat in de haven explodeerde van 1,5 miljoen ton in 1871 tot 14 miljoen ton in 1914.
Dat gaf ook een enorme impuls aan de bankwereld, temeer daar de ‘moderne’ industriële activiteiten die toen ontstonden, heel kapitaalintensief waren. Er waren nog weinig industriëlen die in staat waren hun activiteiten helemaal zelf te financieren. In die periode ontstond het kapitalisme in zijn huidige vorm, en de banksector speelde daar een essentiële rol in. Het toenemende zelfvertrouwen en het optimisme van de sector weerspiegelde zich ook in een exuberante architectuur.
De grootste van het land
In Antwerpen waren er tegen 1914 maar liefst 38 banken, met 172 bankiers, met een totaal kapitaal van 550 miljoen frank. Opmerkelijk genoeg was het Antwerpse bankwezen daarmee praktisch even groot als het Brusselse, en maar liefst tien keer groter dan het Luikse en 20 keer groter dan het Gentse. Na WO I werd Brussel zelfs (tijdelijk) voorbijgestreefd. Het Brusselse cijfer is dan nog kunstmatig opgeblazen omdat de Société Générale (die op haar eentje bijna 50% van de Brusselse sector vertegenwoordigt) volledig aan Brussel toegerekend werd maar filialen had in het hele land (waaronder natuurlijk een belangrijk in Antwerpen). Ook de internationale contacten van de Antwerpse bankwereld waren indrukwekkend.
Daarna ging het wel (relatief) bergaf, o.m. door het vertrek van Duitse zakenlui en bankiers na 1918 (die een grote rol hadden gespeeld in de stad: de grootste en de tweede grootste van de Antwerpse bankiers waren Duitsers).
Bronnen:
- J.L. BOLTON en F.G. BRUSCOLI, When did Antwerp replace Bruges as the commercial and financial centre of north-western Europe?, EHR 2008, 360.
- J. ISRAEL, Dutch Primacy in World Trade 1585-1740. Oxford, 1989.
- J. LAMPO, Kroniek van Antwerpen 1500-1600, https://janlampo.com/category/fugger/
- P. PIETERS, Het ontmoetingsnetwerk van de Antwerpse bankierselite aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog (masterverhandeling Universiteit Antwerpen 2008), https://medialibrary.uantwerpen.be/oldcontent/container58497/files/ANTWERPSE_BANKIERS.pdf
- http://users.skynet.be/antwerpiensia/OudeKoornmarkt26Cluyse.htm
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Handelsbeurs_(Antwerpen)
Koen Janssens